a. Biodiversiteit: een centrale rol in ons bestaan
Biodiversiteit speelt een essentiële rol in het leven van de mens. De redenen waarom we het verlies van biodiversiteit moeten tegengaan zijn divers. In Europa worden ze vaak ingedeeld volgens de vier E’s: ethiek, ecologie, economie en emotie.
- De ethische waarde verwijst naar onze morele plicht om elke levensvorm te beschermen en de natuurlijke erfenis, die we kregen van onze ouders, door te geven aan onze kinderen.
- Biodiversiteit biedt ons een hele waaier levensnoodzakelijke diensten zoals het verbeteren van de waterkwaliteit, het reguleren van het klimaat en het vruchtbaar maken van de bodem; dat is de ecologische waarde.
- De natuur verschaft ons voedsel, geneesmiddelen, grondstoffen en vele andere producten, die we nodig hebben om te kunnen leven; dit is de economische waarde.
- De emotionele waarde wordt vaak verwaarloosd. Nochtans vinden velen onder ons rust en ontspanning in de natuur. Dat biodiversiteit ook een belangrijke inspiratiebron is, bewijzen de talrijke kunstwerken die ernaar verwijzen in zowat alle beschavingen.
De figuur hiernaast toont een aantal voorbeelden van de functies van biodiversiteit in ons leven. We voegden twee extra categorieën toe aan de vier E’s. De informatieve waarde omvat de studie van biodiversiteit, die aan de basis ligt van wetenschappelijke en technologische innovaties. De categorie ‘ontspanning en vrijetijdsbesteding’ toont hoe moeilijk het is om een standaardindeling voorop te stellen: is vrijetijdsbesteding een zuiver economisch gebeuren of spelen gevoelens een belangrijke rol in onze keuze van recreatievorm? Tijd voor een klasgesprek!
b. Welk prijskaartje voor biodiversiteit?
Het welzijn van de mens is afhankelijk van ecosysteemdiensten die ons worden verleend door de biodiversiteit. Deze worden algemeen gezien als ‘publieke’ diensten: ze zijn gratis en ze zijn er voor iedereen. Hun waarde wordt daarom vaak niet opgenomen in het huidige economisch systeem, zodat de beschadiging en het verlies van ecosystemen onbecijferd kan doorgaan. Daarbij dragen armere bevolkingsgroepen de grootste gevolgen, aangezien hun levenswijze dichter bij de natuur staat.
De economische waarde van biodiversiteit ligt nochtans voor de hand: de rijkdom aan leven vormt de basis voor voedselproductie, visvangst, watervoorziening, geneesmiddelen, houtvoorziening, toerisme... (zie ook ecosysteemdiensten). In 1997 schatten wetenschappers de totale economische waarde van de biodiversiteit op aarde op ongeveer 33 000 miljoen dollar per jaar, een bedrag dat overeenkomt met zowat het dubbele van de wereldeconomie. Toch lijkt het prijskaartje van het verlies aan biodiversiteit niet door te dringen bij beleidsmakers en economen.
In 2007 werd daarom tijdens een bijeenkomst van de G8 besloten het economisch belang van ecosystemen te analyseren. ‘De Economie van Ecosysteemdiensten en Biodiversiteit’ (The Economics of Ecosystems and Biodiversity of TEEB) is een groots opgezette internationale studie, aangevoerd door de Verenigde Naties. Het initiatief wil de aandacht vestigen op de globale economische voordelen van biodiversiteit, en onderstreept dat het verlies aan biodiversiteit en de degradatie van ecosystemen een groeiende kost inhouden. De resultaten van het rapport zullen in het najaar van 2010 beschikbaar zijn.
c. Biodiversiteit voor jou, biodiversiteit voor mij...
Kijk op biodiversiteit
Biodiversiteit is niet zomaar een studieobject voor wetenschappers. Eigenlijk is het niets minder dan ons overlevingspakket op lange termijn. Of we nu landbouwer, handelaar, industrieel, politicus of, veel dagdagelijkser, ouder of kind zijn, we maken allemaal gebruik van biodiversiteit.
De waarde die we toekennen aan biodiversiteit is echter afhankelijk van de maatschappij waarin we leven. Zo zijn de relaties van de bewoners van het Amazonewoud met hun tropische omgeving, helemaal anders dan diegene die wij in België ontwikkelen met het milieu rondom ons. Onze culturele achtergrond, maar eveneens onze opleiding, activiteiten en noden, maken dat we allemaal een verschillende kijk ontwikkelen op biodiversiteit en het belang ervan.
De tabel hiernaast illustreert deze kijk voor een aantal actoren in onze maatschappij.
Deze gevarieerde kijk op biodiversiteit zorgt ervoor dat binnen eenzelfde maatschappij tegengestelde opinies kunnen ontstaan. Een bekend belangenconflict is dat tussen het natuurbehoud en de exploitatie van natuurlijke rijkdommen, zoals in het geval van de ontbossing van tropische wouden of de overbevissing van sommige vissoorten. Door de beperkte oppervlakte en de hoge bevolkingsdichtheid komt het in België vooral tot conflicten, wanneer de beschikbare ruimte moet worden verdeeld tussen industriezones, woongebieden, landbouwgrond, recreatiedomeinen en beschermde natuurgebieden. De spanningen tussen twee gebruikersgroepen van groene ruimtes, de motorrijders en 4 x 4-fanaten enerzijds en de wandelaars anderzijds, zijn slechts een voorbeeld.
Debatten over biodiversiteit zijn dan ook vaak delicaat. Maar zelfs al is de kijk vaak verschillend, toch is er een basisgedachte die voor iedereen geldt: biodiversiteit is belangrijk voor elk van ons, om welke reden dan ook. Het gaat om een gezamenlijk erfgoed dat we dienen te delen en in stand te houden voor de toekomstige generaties. Eenmaal deze basisgedachte aanvaard, zijn de moeilijkheden te overwinnen.
Samenwerkingen ontwikkelen tussen actoren uit zeer verschillende sectoren is een efficiënte benadering om oplossingen te zoeken, al is ze niet altijd makkelijk tot stand te brengen. Op talrijke plaatsen op aarde heeft de aanduiding van zeereservaten ervoor gezorgd dat de verscheidenheid en biomassa van vissoorten is toegenomen, niet enkel binnen die reservaten maar ook in de naburige visgronden. Op die plaatsen zijn de conflicten tussen vissers en natuurbeschermers gesust. Vanuit ieders identiteit en kijk op biodiversiteit is er bijgedragen tot dezelfde doelstelling, namelijk het in stand houden van het gemeenschappelijk erfgoed. De gekozen benadering is gebaseerd op een duurzaam beheer van de natuurlijke rijkdommen en het ogenblik is gekomen om deze benadering toe te passen binnen alle domeinen die verband houden met biodiversiteit.
Eerlijk is eerlijk: ‘ABS’
Stel: een farmaceutisch bedrijf ontdekt een plant die door de Indiaanse bevolking wordt gebruikt omwille van haar geneeskrachtige werking. De plant kan duizenden mensenlevens redden. Het is logisch dat het bedrijf deze kans grijpt en de kostbare geneeskrachtige stof in deze plant omzet tot een geneesmiddel. Maar aan wie behoort deze plant? Heeft het bedrijf onvoorwaardelijk toegang tot het gebruik ervan? En voor wie is de winst en de kennis die uit het gebruik ervan worden gehaald?
Zelfs al kennen soorten geen staatsgrenzen, toch is er op internationaal vlak overeengekomen dat elk land ‘de rechten heeft’ op de soorten die voorkomen op zijn grondgebied. Staten kunnen, binnen een wettelijk kader, de fysieke toegang tot hun soorten, en dan vooral het genetisch materiaal dat ze bevatten, zelf bepalen.
Maar wat met de voordelen uit de exploitatie van de biodiversiteit die een land bezit? Is het wel zo normaal dat één land of enkele landen het alleenrecht hebben op die voordelen? Is biodiversiteit sowieso niet een gemeenschappelijk erfgoed voor de gehele mensheid? Ook hier gelden internationale overeenkomsten.
Zo is er bepaald dat landen de winst, kennis en technologie ontstaan uit de exploitatie van biodiversiteit, eerlijk en billijk moeten delen. Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Maar dat het kan, bewijzen de zogenaamde Access and Benefit Sharing (ABS) overeenkomsten die worden afgesloten tussen de landen van het Verdrag inzake biologische diversiteit (VBD).
Kort gesteld moet de gebruiker op voorhand toestemming vragen voor de toegang en het gebruik van de genetische rijkdommen aan het land waar de genetische rijkdommen aanwezig zijn. Ook moet de gebruiker op voorhand de voorwaarden onderhandelen voor toegang en gebruik van deze hulpbronnen. Daarbij wordt steeds een duurzaam gebruik van de genetische rijkdommen vooropgezet.
De voordelen van het gebruik moeten uiteindelijk eerlijk worden verdeeld tussen de partijen. Daarbij gaat het niet enkel over de financiële voordelen bij commercialisering, maar ook over samenwerkingsverbanden voor onderzoek of commerciële partnerschappen, stalen van wat wordt verzameld, deelname of opleiding van nationale onderzoekers, overdracht van biotechnologische apparatuur en knowhow...