Bos
Het bosbiotoop is niet alleen belangrijk voor recreatie en economie, maar vooral enorm waardevol door de grote biodiversiteit. Bijna 80 procent van het Belgische bosareaal vinden we in Wallonië. Wallonië is voor een derde bebost, maar in Vlaanderen en het Brussels Gewest is de oppervlakte bos beperkt en versnipperd. Veel van deze bossen hebben bovendien te kampen met verdroging, verzuring en vooral vermesting.
De bossen met de hoogste aantallen dieren en planten zijn oude en spontaan gegroeide bossen en dus niet aangeplant. Die oude bossen bestaan uit een natuurlijke afwisseling van oude en jonge bomen, er zijn open plekken afgewisseld met dichter begroeide stukken en een heel belangrijk element is het dode hout.
Het bos is een ecosysteem dat heel wat functies combineert. De planten nemen koolstofdioxide en stikstofoxide op, zuiveren de lucht van stofdeeltjes en houden water in de bodem vast. Dieren die in het bos leven, zijn ook sterk verbonden met de rest van het landschap. In een beukenbos bijvoorbeeld zijn veel soorten afhankelijk van de oogst aan energierijke beukennoten.
Een jaar met weinig oogst drijft de overwinterende vinken massaal naar de tuinen op zoek naar zonnebloempitten en ander vogelvoer.
De flora en fauna in natuurlijke bossen zijn inheems en komen er spontaan voor. Stukken van het natuurlijk bos hebben door de houtkap een kunstmatige structuur gekregen, zoals we zien in bijvoorbeeld hakhout- en middelhoutbos. Wel zijn hier bijna evenveel soorten bosplanten als in natuurlijker bossen.
Aangeplante bossen zijn anders dan natuurbossen!
Een plantage of ontginningsbos is een verzameling van meestal uitheemse bomen die op cultuurland zijn aangeplant. Bossen worden er aangeplant voor houtproductie voor mijnhout, geriefhout, brandhout, … Deze bossen worden aangelegd met één boomsoort, die na vrij korte tijd geheel wordt gekapt.
Voorbeelden daarvan zijn de niet-inheemse aangeplante naaldbossen die nog steeds op veel plaatsen aanwezig zijn. In de plantagebossen ontbreekt de struik- en hakhoutlaag meestal volledig en is de kruidlaag niet samengesteld uit typische bossoorten. De plantage heeft meer gelijkenissen met akkers dan met een bos en is geen bosecosysteem.
In de meeste bossen is de hoofdfunctie niet enkel houtproductie, maar ook recreatie en natuurbehoud. Daarom worden meer inheemse loofbomen aangeplant of laat men spontaan herbebossen. Een meer natuurlijke verjonging brengt meer afwisseling in de structuur door verschillen in ouderdom van bomen, diameter en hoogte.
Dood hout = levende dieren
Zwakke en dode bomen en ander dood hout zijn van belang voor het ecosysteem en in belangrijke mate voor zwammen. De zwammen zorgen voor de afbraak van dood organisch materiaal en brengen mineralen weer in omloop in het ecosysteem. Ongewervelde dieren zijn ook in hoge mate afhankelijk van dood hout als voedselbron en schuilplaats. Een bos beroven van het dode en vermolmde hout veroorzaakt een verlies van meer dan 20% van de fauna!
Niet alle soorten vleermuizen zijn gebonden aan gebouwen en huizen. De rosse vleermuis vinden we bijvoorbeeld heel het jaar door in holle bomen. Het maximale behoud van holle bomen is voor deze soort een grote prioriteit.
Via de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid kunnen specifieke soortbeschermingsacties, in het kader van GNOP’s (gemeentelijke natuurontwikkelingsplannen), ondersteund worden. Voor de specifieke verzorging van nestbomen kun je van deze subsidie gebruik maken (www.samenwerkingsovereenkomst.be). In bossen waar het volledig ontbreekt aan boomholten kun je nestkasten ophangen. Kijk op de website van Natuurpunt voor meer informatie.
Kies de juiste boomsoorten
Ben je zelf boseigenaar of ben je van plan bomen te planten in de tuin, informeer je dan eerst over welke soorten eigen zijn aan de streek en kies voor die bomen. De uitheemse soorten zoals de Amerikaanse vogelkers vervalsen de flora en verdringen de inheemse soorten, met het risico dat die op termijn volledig zullen verdwijnen. Zomereik, gewone beuk, gewone es, haagbeuk, veldesdoorn, verschillende wilgensoorten, ruwe berk, zomerlinde, zwarte els en wilde lijsterbes zijn interessante soorten om aan te planten.
Bossen worden wereldwijd sterk bedreigd door de hout-, pulp- en papierindustrie. Elke Belg is mee verantwoordelijk voor het verdwijnen van bossen want ons gemiddelde papierverbruik is meer dan 295 kilogram per persoon per jaar. Je kunt zelf meehelpen om de vraag naar nieuw hout te verminderen door je papierverbruik te beperken. Recycleer dus je oud papier en karton. Wist je dat 1000 kilogram recyclagepapier gemiddeld vijftien bomen uitspaart? Gebruik zo vaak mogelijk FSC- of PEFC-gelabeld hout en papier. Dan ben je zeker dat het hout afkomstig is uit duurzaam beheerd bos.
Huis
Hoe help je de biodiversiteit in je huis?
|
Tuin
Hoe help je de biodiversiteit in je tuin?
|
Straat
Hoe help je de biodiversiteit in je straat?
|
|
|
|